Tijdens een bewonersbijeenkomst liet onderzoeksbureau SWECO gisteravond de voorlopige resultaten en conclusies van de metingen van het veld- en laboratoriumonderzoek zien over het Aagtenpark. De belangrijkste conclusies waren dat het benzeen de woonwijk Broekpolder nog niet bereikt had, maar dat saneren noodzakelijk is. Dat alles niet zonder gevaar is, werd duidelijk toen afgeraden werd in het Aagtenpark veel bramen te plukken. Honden mogen niet in het water van de omliggende percolaatsloot zwemmen en er zeker niet van drinken. Ook op andere plekken rondom het park zijn de pH-waarden van het oppervlaktewater sterk verhoogd.
De onderzoeksresultaten werden op een duidelijke manier aan de grote groep inwoners van de Broekpolder gepresenteerd, maar dat leidde ook tot vragen. Zoals wat het allemaal zou gaan kosten en of het geld er wel was. Een hard ‘ja’ op die laatste vraag kwam er niet, maar verantwoordelijk wethouder Klaassen gaf wel aan haar uiterste best te doen om het geld te realiseren, want ze ‘moet’ ingrijpen. Buiten de presentatie om ontstond er al meteen onduidelijkheid over het bedrag dat de maatregelen zou moeten kosten. Sweco noemde een bedrag van 1 miljoen euro, maar bij een oppositiepartij klonk dat een ‘echt degelijke oplossing’ vijftig miljoen zou kunnen kosten.

De voorgestelde oplossing was specifiek de kleine bel benzeenverontreiniging af te voeren door die uit de belt te halen en met actieve koolstoffiltering te neutraliseren. Daarna zou de situatie gemonitord moeten worden door de Omgevingsdienst IJmond, waarbij door de bewoners openlijk getwijfeld werd of dat wel de geschiktste partij was gezien hun monitoring in het verleden. In de onderzoeksvraag werd ook de vraag over het aanwezige PFAS gesteld dat ook in de percolaatsloot rondom het Aagtenpark werd aangetroffen, maar daar werd geen oplossing voor genoemd.
Het onderzoeksbureau adviseerde de gemeente te kiezen voor het onttrekken van het grondwater met het benzeen en raadde ten stelligste het plaatsen van damwanden af. Daarbij bleek later in de avond de veel hogere kosten een belangrijke factor te zijn. Volledig afgraven zou te duur en niet te financieren zijn, omdat de overheid dan de portemonnee kon trekken voor nog zo’n vier duizend soortgelijke afvalbelten. Het bleek ook niet mogelijk nog precies te achterhalen wat er nu in het verleden gestort was. Volgens Klaassen was nu ingrijpen een ‘moetje’ van de gemeente en gaat daarom nu ook doorpakken. Dat kon op instemming van de bewoners rekenen, alleen waren er na afloop nog steeds vragen over de voorgestelde methode en hoe lang het allemaal zou duren. Want dat het benzeen richting de woonwijk komt, werd wel duidelijk.
Het rapport wordt nu verder beoordeeld door het RIVM en de GGD voordat het definitief wordt. In augustus wordt de definitieve versie openbaar en in september door de gemeenteraad behandeld. Op 9 oktober besluit de raad welke onderdelen worden overgenomen en uitgevoerd.